Ik kom ze vaak tegen, oude vrienden. Soms zie ik ze onscherp in het zwembad. Dan zie ik plots weer de jongen van het eerste middelbaar. We speelden alle dagen na school nog wat voetbal. Hij woonde niet ver van school af en wachtte samen met mij op de auto naar Oosterzele. Alle dagen, uitgezonderd op woensdag.
Die oude vrienden, laatst ging ik met m'n collega's eten bij de brusselse Italiaan. Ik zag Tom, een klasgenootje van toen ik acht was. Amaai, nu was hij wel wat serieuzer geworden. Het was niet meer het schanulleke van vroeger. Hij leek vroeger zo hard op mij dat men dacht dat we broers waren. Dat was nu wel anders. Hij was nu zakenman, tafelend met een klant waarschijnlijk. Hij keek genoegzaam rond, onze blikken kruisten maar hij gaf geen teken van herkenning. Da's maar goed want wat zeg je dan... . Hoe is't met die? hoe is 't met die? En die? Die? Ah die, ja die heb ik niet zo goed gekend. Die? Die ja. En die ...maar dat zal het zowat zijn denk ik. Als "die" is uitgeput schakel je over op jezelf maar zoveel valt daar ook niet over te zeggen, toch niet bij de Italiaan rechtstaande aan een tafeltje voor twee.
Ik kom ze tegen, oude vrienden, en dan durf ik ze meestal niet te groeten. Want dan als er niets meer te vertellen valt, vragen ze of ik getrouwd ben en of ik soms kinderen heb. Meestal zijn zij dat wel. Dan staat het plots drie of vier - nul naargelang de grootte van de kroost. Tja ; als ze gescheiden zijn ...dat kan nog voor de gelijkmaker zorgen. Dat is plots draaglijker.
Oude vrienden, komkom, laat me u maar ophouden over oude vrienden. Ze herkennen me toch niet meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten