Hij vroeg me in welk dier ik wou terugkeren. We liepen in de zoo rond. Hij vond zeehondjes wel iets hebben. Ik niet. Ik vreesde de kou, ik bibberde voor winter.
Nee, zei ik, laat me maar weer terugkeren als een vogeltje. Vrolijk fluitend van smorgens vroeg tot aan de schemer. Zo zag mijn moeder me vroeger altijd naar school vertrekken. Fluitend. Ze waarschuwde me dan altijd. Jongen, een vogeltje dat van smorgens vroeg fluit wordt overdag door de kat opgegeten. Maar mama toch...ik kijk wel uit.
Ja, doe maar een vogel, misschien wel een reizende vogel, kilometers vliegen naar de zon. Verhuizen, elk seizoen, er efkes uit stappen, om vrolijk terug te keren. Een of andere dag he Johan.
Mneee te veel gedoe met de vliegmaatschappij, doe maar een vinkje, of een meesje.
Ja! ik weet het zeker: een vogel, liedjes zingen ...dag na dag, re na sol over fa en hier en daar een mineur akkoordje, droef en vrolijk, maar altijd zingen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten